Mijn eerste 10 dagen Kazachstan in 2003 zitten er inmiddels op. De vlucht met Lufthansa verliep relatief vlot en met een snelle overstap in Frankfurt kwam ik om 11 uur ‘s avonds in Almaty aan waar Elmira reeds op mij stond te wachten. Een gunstige tijd waardoor er voldoende tijd overblijft voor een goede nachtrust. Omdat ook de vlucht van 2 juni om 11 uur ‘s avonds aankomt betekent het dat ook de huwelijksgasten genoeg tijd hebben in Almaty om bij te slapen. Het bezit van een investeerdersvisum lijkt wonderen te doen want de douane was zowaar vriendelijk en wenste mij een goed verblijf in Kazachstan. Misschien dat het SARS virus hier ook aan bijdraagt want alle medewerkers op de luchthaven dragen mondkapjes en het kan best de huidige policy zijn om mensen zo snel mogelijk het land in te loodsen en er zelf zo weinig mogelijk contact mee te hebben. Kazachstan is een buurland van China en hoewel de SARS problematiek zich in het oosten van dat land afspeelt vele duizenden kilometers van Almaty merk je op de televisie toch dat men het als een serieus probleem ziet en er ook als zodanig mee omgaat.
De busreis van Almaty naar Zhabagly is als gewoonlijk. Een volgestampte bus met het gangpad vol handelswaar. Alleen nu ook nog eens een toerist met een reistas van 24 kg. Aan het eind van de avond komen we-veel vroeger dan gepland-aan in het dorpje aan de rand van de bergen.
Het leven in Zhabagly is tot nu toe één grote film. Had ik de vorige keer dat ik hier op bezoek was al na twee dagen de burgemeester op bezoek, nu was het de teamleider voor Centraal Azie van het overkoepelende Europeese Tacis hulpprogramma dat jaarlijks vele miljoenen Euros in de regio stopt om het verder te ontwikkelen. Hij was in Zhabagly vanwege een door Tacis gesponserd festival en had reeds mijn website uitvoerig bestudeerd en veel over mij gehoord. De dag daarop kwan een televisieploeg uit Almaty langs voor een interview omdat ze het verhaal van een Nederlander die zo diep in de bergen zijn geliefde had gevonden en daar zelfs wilde wonen zo interessant vonden dat ze voor de nationale zender daarover een uitzending wilden maken.
Kortom, over belangstelling hoef ik hier niet te klagen. Ondanks dat ik mij ver van de westerse beschaving bevind lijkt het hier wel het centrum van de wereld.
Aan voorbereidingen voor het huwelijk wordt druk gewerkt. Speciaal voor de Europeese gasten (en met name mijn ouders die vanwege hun leeftijd in deze maatschappij in hoog aanzien staan) wordt op dit moment een stuk bij het huis van mijn schoonouders aangebouwd waarin een westers toilet en zelfs een douche met boiler voor warm water komen. Zo’n grote investering is het al met al ook weer niet want het totale budget bedraagt rond de EUR 300,= maar voor de familie is het een noviteit.
De bouw van het hotel loopt minder vlot. Het weer is slecht en naar men zegt regent het meer dan ooit. De natuur is zeker drie weken achter op schema wat voor de gasten in juni wel weer prettig is want dan staan er nog veel berghellingen volop in bloei met tulpen. Nu de sneeuw sinds twee weken eindelijk weg is heeft men kans gezien de bouwput van het hotel grotendeels uit te graven en enkele dagen geleden is met enig ceremonieel vertoon het eerste beton van het fundament gestort. Hierbij is naar oud Kazachs gebruik op elk hoekpunt van het gebouw een munt onder het fundament gelegd. Vanwege het internationale samenstelling van de familie zijn dit uiteindelijk twee euro´s een Kazachste Tenge en een Russische Roebel geworden.
De hoop dat het hotel ten tijde van het huwelijk klaar is heb ik inmiddels wel definitief laten varen. De hulpmiddelen zijn naar onze maatstaven vooroorlogs. Zo wordt voor het beton van het hotel zelfs geen betonmolen gebruikt maar wordt het met de hand omgeschept. Wanneer je dan bedenkt dat er zo’n 800 ton beton verwerkt moet worden is het gemakkelijk te begrijpen dat elke Westerse vorm van planning zinloos is. Maar ja, een betonmolen is duurder dan personeel in deze streek.
Hoe het hotel er van binnen uit gaat zien begint ook langzamerhand meer vorm te krijgen. Elmira heeft in Nederland een hoop ideeen opgedaan en heeft duidelijk een meer westerse kijk op hoe het hotel eruit moet gaan zien dan de rest van de familie. Voor de muren is een zacht geel gekozen en voor het dak een donkere grijs. Mijn uitdrukkelijke wens om alle bedden uit te voeren in een lengte van 210 centimeter heeft heel veel overredingskracht gekost maar volgens mij is iedereen het er nu wel over eens dat het gemakkelijker is een kleine toerist in een lang bed te stoppen dan een lange toerist in een klein bed. De hoogte van de stoelen is nog een discussie punt omdat de kleine Kazachjes zelf ook graag op de stoelen willen zitten dus over de definitieve hoogte zijn we nog niet uit. Misschien dat het een mixvorm wordt met zowel hoge stoelen voor de grotere westerlingen als ook een serie wat lagere.
Het hotel zelf is gelegen aan de rand van het Aksu-Zhabagly natuurpark en wel op zo’n strategische plek dat alle toeristen die het park via de belangrijkste toegangsweg willen bezoeken over het terrein van het hotel rijden. Een geval van sluwe koopmanskunst van mijn schoonvader die enkele jaren geleden alle land buiten de ingang van het reservaat heeft opgekocht. Zelfs de rangers van het park kunnen hun werkgebied niet bereiken zonder zijn toestemming.
Het terras moet het hoogtepunt worden van het hotel. De grens tussen het terrein van het hotel en het natuurgebied wordt gevormd door een kloof van zo’n 50 meter diep en het terras ligt aan de rand van de kloof.
Het slangengevaar blijkt reeel te zijn. Dit jaar is een lam door een slang gedood en eind vorig jaar een kalf. In beide gevallen ging het om een Pallas’ groefkopadder die ik vorig jaar zelf ook al in de buurt van de boerderij gezien en gefotografeerd heb. De slang heeft te weinig gif om grote zoogdieren zoals volwassen schapen, koeien of mensen te doden maar het dragen van hoge dichte schoenen bij wandelingen wordt zeker aangeraden. Volgens bioloog Svetlana Baskakova zijn er dit jaar door de overvloedige regen meer slangen actief dan in andere jaren.
Enkele dagen na de televisieploeg uit Almaty stond een televisieploeg uit het nabij gelegen Taraz op de stoep. Deze keer ging het interview over het leven van de tulp in Nederland; waar je al niet een televisieuitzending over kunt maken. Geheel onvoorbereid werd ik ‘s ochtends uit mijn bed getrommeld om in de tuin bij 10 uit Nederland geimporteerde zwarte tulpen het wel en wee van de tulp in ons kikkerland te beschrijven. Ik schijn hier kennelijk een of andere bezienswaardigheid te zijn. Er zijn nog enkele buitenlanders die in dit gebied verblijven maar dat zijn zonder uitzondering 60 plussers die af en toe hier bivakkeren en zich bezig houden met het natuurreservaat. Een jonge Nederlander die hier permanent zijn geluk wil zoeken is iets heel bijzonders.
In sommige zaken is Kazachstan verder dan in Nederland. Iedereen heeft toegang tot internet, mits men natuurlijk de beschikking heeft over een computer. Er is niet het woud van internet providers, inbelnummers, abonnementsoorten etc. zoals bij ons. Simpelweg een centraal telefoonnummer draaien en zonder inlognaam of andere zaken is de verbinding gereed. Als de telefoon het doet tenminste want daar schort het nog wel eens aan. Van de 10 dagen dat ik hier ben heeft al met al de telefoonlijn totaal minder dan 24 uur gefunctioneerd.
Het zoeken van een goed restaurant voor de bruiloft in de stad Shimkent was een feest op zich. Als volleerd reiziger heb ik mij niet laten leiden door de uitstraling van de eetzaal, maar door de kwaliteit van de toiletten. Elmira keek bij het eerste restaurant een beetje vreemd toen ik naar het toilet vroeg maar al snel begreep ze dat hieraan de werkelijke kwaliteit van een restaurant kan worden afgelezen. We lagen beiden in een deuk bij het derde restaurant. De toegang tot het restaurant was via bruggetjes over vijvers met fonteinen, de vloer van glimmend marmer, een tafel op verhoging voor het bruidspaar met luxe gordijnen gedrappeerd, maar toen we naar het toilet vroegen werden we gestuurd naar een buiten gelegen stinkend hok met smerige hurk WC’s. Zelfs Elmira hield haar neus dichtgeknepen vanwege de stank toen ze er weer uitkwam en dat wil voor een Kazach heel wat zeggen.
Na zes luxe restaurants op deze wijze geinspecteerd te hebben raakten we toch een beetje gedemotiveerd. Het leek erop dat zelfs in een stad met honderdduizenden inwoners als Shimkent het begrip sanitaire voorzieningen nog niet doorgedrongen was. We besloten daarom eerst maar langs het bouwkundig bureau te gaan dat het tekenwerk voor het hotel verricht. Terwijl pappa aldaar de nieuwste tekeningen ophaalde verkenden Elmira en ik de straat. Geheel onverwacht stuitten we aan de zijkant van een troosteloze betonnen woonkazerne op een ingang van iets wat een restaurant leek. Nieuwsgierig gingen we naar binnen en zagen zaken die we nog niet eerder gezien hadden zoals sfeervolle inrichting, frisdranken in kleine flesjes in plaats van de in Kazachstan gebruikelijke twee liter flessen en toen we naar de WC vroegen kregen we niet een argwanende blik toegeworpen maar wees men vriendelijk de weg. De toiletten bleken zelfs naar westerse maatstaven prima: betegeld, normaal formaat WC potten en zelfs een toiletbril. Elmira en ik besloten dan ook dat hier het feest dan maar gehouden moest worden. Het erop volgende gesprek met de eigenaar maakte veel duidelijk. Het bleek hier niet te gaan om een Kazach, maar om een Griek die hier een restaurant was begonnen. Een menukaart met 51 hoofdgerechten uit meer dan 10 landen, een overdekt terras en voor de liefhebbers zelfs Heineken uit de tap. Deze man had in tegenstelling tot al die andere restaurant eigenaren wel door hoe je buitenlanders aan je moet binden. Hij sprak met ons af om twee dagen later met een door hem geregelde tolk het menu en avondindeling door te nemen.
Lammert